KLIK OP DE KNOPPEN HIERONDER OM FOTO’S TE BEKIJKEN
Poging1
Poging2
Poging3

Poging 1

Het omslag, ontworpen door Moker ontwerp.

pagina 2: ik op een trapskelter. Je ziet me al dromen van de formule 1. Op de grond zit mijn broer Fred, die schopte het verder dan ik, want zou later gaan werken voor het Benetton-team ten tijde van Michael Schumacher.

Samen met mijn broer reden we 100 kilometer naar de Ferrari-importeur om even in de auto van Niki Lauda te mogen zitten. Ik zit op t linkerachterwiel, schoolvriend Paultje op het rechter.

Pagina 19: De grootste gaten in de carrosserie van de Lada zijn dichtgesmeerd met polyester en op de overgebleven roestplekken zitten strategisch stickers geplakt van bedrijven die me sponsoren.’ Rechts op de foto ben ik.

Pagina 16: ‘ als je racet om indruk te maken op de meisjes heb je er niets aan als je onherkenbaar voorbijsjeest. Dus koop ik een knalgroen pak, fluorescerend groen om precies te zijn.’

Poging 2

Teamfoto van Seat Team Nederland, links Tom, rechts Tim Coronel.

pagina 59: ‘Nu heb ik zelf een cockpit met knopjes, waarvan straks alleen ik weet waar ze voor dienen. ‘Hij is een man die van knopjes weet en nekharen heeft,’ zullen ze fluisteren als ik voorbijloop.’

Pagina 88: ‘Als ik uitstap, wordt het zwart voor mijn ogen en moet ik me aan de auto vasthouden om niet onderuit te gaan. Minutenlang hang ik over het dak van mijn auto alsof ik een bejaarde ben.’

Pagina 111: ‘We slaan midden in de bebouwde kom van een drukke stad met tweehonderd kilometer per uur rechts af en geven niet eens richting aan! Wat er om het hoekje gebeurt, kun je ook niet zien.’

Poging 3

Pagina 166: ‘Misschien heb ik mijn droom om formule 1-coureur te worden niet waargemaakt, maar één droom op wielen is in elk geval uitgekomen. ‘

Pagina 169: ‘Zijn de Coronelletjes soms onuitstaanbaar, Doornbos is zo mogelijk nog een graadje erger.’

Pagina 172: ‘wie Robert een held vindt noemt Tom een clown en voor wie Tom een held is, is Robert een blaaskaak.’

Pagina 190: ‘Villeneuve keek naar het glaasje, gooide het drankje in één teug achterover en zei ‘doe er nog maar één.’’

Pagina 196:  Na vijftien jaar gaan Jos en ik weer samen op de foto: ’’Als je gewoon eerlijk tegen mij bent hoef je nergens bang voor te zijn. Gin tonic doen?’ (Links Doornbos, rechts David Hart.)

Pagina 197: Met Robert en Max op Zandvoort: ‘Uiteindelijk komt het zelfs zover dat Max een balaclava doneert om te veilen voor mijn stichting Groot Hart. Ik mag hem ook interviewen voor het grote eindejaarsinterview dat onderdeel is van de deal met ZiggoSport.’

Pagina 201: ‘Het weekeinde van 1 mei 1994 op Imola ging de geschiedenis in als de zwartste bladzijde in de moderne autosport.’

Pagina 209: ‘Een geel petje en een cartoon waarop Senna vanaf een wolk zijn vrienden gedag zegt. Daarnaast heel nuchter de plattegrond met vluchtroutes in geval van brand. ‘

Pagina 204: ‘ De dood van Senna beroert ook vandaag de dag nog miljoenen mensen. Bij het monument aan de binnenkant van Tamburello worden dagelijks bloemen neergelegd.’

Pagina 207: ‘ Altijd bestelde hij hetzelfde: een bord pasta met rode saus en wat olijven en plakjes Parmezaanse kaas. ‘

Pagina 220: ‘Toen Gijs van Lennep in 1976 voor de tweede keer de race won deed ik er alles aan om hem te interviewen voor de schoolkrant.’

Pagina 221: ‘Hij stond overigens gewoon in het telefoonboek en na een telefoontje mochten we bij hem thuis langskomen.’

Pagina 214: ‘Dat Van Gameren onbedaard kon vloeken, wist ik al van redactievergaderingen. Wat ik niet wist was dat hij dat vier uur lang onafgebroken kon.’

Pagina 227: ‘Uiteindelijk was een van Nederlands beste gentlemen drivers, Bob Herber, gek, snel en rijk genoeg om in het avontuur te stappen.’

Pagina 233: ‘My name is Olly, but they also call me the Gestapo-engineer.’

Pagina 229: ‘Zeg Rob, die Road to Le Mans die jij gaat doen, ga je met die auto’s ook het circuit op?’

Pagina 236: ‘Alleen aan de silhouetten van de bomen kon ik zien welke kant de baan op ging.’

Pagina 239: ‘Bob stootte me aan. ’Als je maar nooit vergeet wie hier de ware helden zijn.’

Pagina 252: ‘Rick Winkelman sloeg een arm om me heen. ‘Ik was bij je allereerste test in een serieuze raceauto voor Seat op Valencia en nu ben ik bij je allerlaatste. De cirkel is rond, Robby, ik ben trots op je.’

Pagina 254: ‘Ik kan nu met mijn hand op mijn hart vertellen dat ik dat kan en dat ik 7.5 seconden langzamer ben dan Hamilton.’ ‘In theorie dan’, vulde Doornbos aan.

Pagina 250: ‘ De motor werd gestart. De V8 kwam gillend achter me tot leven. Zelfs met doppen in en een helm op was het lawaai nog oorverdovend.’

Pagina 251: ‘In principe zou Signes met die snelheid makkelijk volgas te nemen zijn…’

Het hele gezelschap bij elkaar, eerste rij derde van links James Vowles, rechts naast mij William Storey.