Hoe het begon

Mijn liefde voor theater en cabaret begon bij Kabaret Ivo de Wijs, waar ik op mijn zestiende met school naartoe ging. Ik ontdekte dat cabaret niet alleen scherp maar ook ontroerend en zelfs melig kon zijn. Ivo rijmde onder andere ‘toe bespaar mij het gehaspel van het voorspel en het naspel.’ wat hij uitsprak met de verkeerde klemtoon. Op de middelbare school trad ik tijdens een klassenavond op met een zelfgeschreven stukje waar tot mijn verbazing heel hard om werd gelachen. Een moeder van een klasgenootje zei ‘als je studie mislukt, kun je altijd nog cabaretier worden.’ Niet studeren leek me een nog betere optie.

In 1986 belandde ik in de finale van het Leids Cabaretfestival met de groep ‘De Morsige types’, later omgedoopt in ‘De Types.’ 12,5 jaar trok ik met Hans Riemens en Hans Paulides door het land met melige, scherpe en ontroerende acts en liedjes. Sommige mensen werden boos om een crematorium-act waarbij de begrafenisondernemer zei: ‘Heeft iemand er bezwaar tegen als ik er een appeltaartje bijschuif?’ Ook speelden we een scène waarbij ik op de elektrische stoel zat en gevraagd werd naar mijn laatste wens: ‘Nou, als u straks de hendel overhaalt, zou u dan mijn hand vast willen houden?’

Theater

Tussendoor maakte ik met Coen Jutte nog ‘Tijd Zat’ dat door BNN werd uitgezonden. Er zat onder andere een doodvermoeiende Indianendans in:

Na De Types maakte ik een paar soloprogramma’s. Die waren verhalender van toon en daarmee ontdekte ik weer de schrijver in mij. Met Theo Nijland schreef ik daarvoor een paar liedjes:

Waar ik nog steeds trots op ben is het liedje ‘Geen probleem’, helemaal als Theo het zelf zingt.

Liedje luisteren

Grand prix circus

Omdat theater mijn grote liefde blijft, probeer ik altijd weer een list te verzinnen om op de planken te staan, ook al ben ik niet meer de komiek die bij elk nieuwsbericht een grap uit zijn mouw schudt. Met Robert Doornbos bedacht ik het Grand Prix Circus.

We vertellen in een circuspiste van strobalen en vangrails waarom we gek zijn van autoracen, Max Verstappen zo goed is en waarom we zelf geen wereldkampioen formule 1 zijn geworden.

Wie weet zien we elkaar weer ergens in het theater.

Grand prix circus 2

Na het succes van de eerste toernee met Robert Doornbos kon een tweede tour niet uitblijven. Dit keer met Tom Coronel en ondanks allerlei corona-beperkingen beleefden we een geweldige tijd met als hoogtepunt een zinderende avond in het Rotterdamse Luxor-theater.
Tom vertelt in Grand Prix Circus 2 openhartig over zijn mislukte poging om formule-1-coureur te worden en ik vertel over al mijn mislukkingen om überhaupt beroepscoureur te worden. We facetimen met een aantal beroemde coureurs waaronder Rubens Barichello over de vraag wie de grootste coureur allertijden is en we geven een jaaroverzicht met prachtige foto’s van Peter Van Egmond.